Op de avond van 4 mei hangen in Nederland de vlaggen halfstok als blijk van eerbied en respect voor de doden. De periode waarin de vlag halfstok hangt duurt van 18.00 uur tot zonsondergang. De vlag die gebruikt wordt is de Nederlandse driekleur zonder wimpel. Op 4 mei blijft de vlag halfstok hangen na de 2 minuten stilte en wordt niet in top gehesen.
De manier waarop gevlagd moet worden, is vastgelegd in een protocol van de Rijksoverheid. De vlaginstructie geldt voor zowel de Rijksoverheid als lokale overheden.
Het nationale commité 4 en 5 mei hanteert het volgende protocol voor 4 mei
VLAGPROTOCOL 4 MEI – Nationale commite 4 en 5 mei
Op 4 mei hangen in Nederland de vlaggen halfstok als teken van eerbied en respect voor de oorlogsslachtoffers. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei roept alle inwoners op om op 4 mei de gehele dag de vlag halfstok te hangen (van zonsopgang tot zonsondergang). De vlag die gebruikt wordt, is de Nederlandse driekleur zonder wimpel.
Nederland kent geen wettelijke regels voor het gebruik van de vlag. U mag als burger, bedrijf of organisatie op alle dagen van het jaar de vlag uithangen. Bijvoorbeeld bij een feestelijke gebeurtenis als een huwelijk of het slagen voor een examen. Ook halfstok vlaggen bij een overlijden mag. Er is geen wet die vlaggen verbiedt of bepaalt hoe u moet vlaggen.
In de vlaginstructie van de Rijksoverheid staan regels voor het vlaggen vanaf rijksgebouwen. In deze vlaginstructie wordt opgeroepen om de vlag op 4 mei van 18.00 uur tot zonsondergang halfstok te hangen. Tijdens de herdenking kunnen andere vlaggen, zoals de gemeentevlag, eveneens halfstok worden gehangen.
Hieronder vind je een aantal richtlijnen met betrekking tot het uithangen van de vlag volgens het vlaggenprotocol van de Rijksoverheid.
Er is geen richtlijn voor de afmeting van de vlag, behalve dat de lengte zich verhoudt tot de breedte als 3:2.
De vlag mag in gehesen situatie nooit de grond raken. De vlaggenstok moet dus een goede lengte hebben.
In principe mag de onderste punt niet aan de mast worden bevestigd; de vlag dient te wapperen. In het geval dat de vlag anders de grond raakt, mag hier een uitzondering op gemaakt worden.
Vlaggen mogen niet tussen zonsondergang en zonsopgang worden gehesen of blijven hangen. Een uitzondering geldt bij onbemande openbare gebouwen en in gevallen waarbij de vlag dusdanig verlicht is dat de kleuren goed te zien zijn.
Op 4 mei wordt ‘uitgebreid’ gevlagd, dat betekent dat de vlag op alle rijksgebouwen uithangt.
Hijsen en neerhalen
Bij het hijsen van de vlag wordt deze eerst vol gehesen, waarna hij langzaam wordt neergehaald tot het midden van de vlag op de helft van de normale lengte is gekomen. Daarna wordt de vlaggenlijn vastgebonden. Na zonsondergang wordt de vlag op herdenkingsplaatsen neergehaald. Bij het neerhalen van de vlag gaat de vlag vanaf halfstok eerst naar de top alvorens neergehaald te worden. Bij openbare gebouwen die onbemand zijn, mag de vlag na zonsondergang halfstok blijven hangen.
Meerdere vlaggen
Het is toegestaan om tijdens de herdenking meerdere vlaggen halfstok te hangen, zoals provincie- of gemeentevlaggen. Ze moeten wel dezelfde afmetingen hebben en op gelijke hoogte worden gehesen. Wanneer een buitenlandse delegatie aanwezig is bij een Nederlandse (nationale) herdenking, bijvoorbeeld uit een zustergemeente, is hun vlag in principe niet aanwezig. Deze vlag wordt alleen gehesen wanneer ook slachtoffers uit de desbetreffende regio worden herdacht. Aangezien het de Nationale Herdenking betreft, krijgt de Nederlandse vlag de ereplaats toegekend. Bij twee vlaggen is de ereplaats altijd rechts, bepaald door met de rug naar de vlag te staan. Bij drie vlaggen is de ereplaats in het midden. Als de provincievlag en de gemeentevlag de Nederlandse vlag flankeren, wordt de provincievlag rechts en de gemeentevlag links van de Nederlandse vlag geplaatst. Ook hier wordt de positie bepaald door met de rug naar de vlaggen te staan.
De volgorde van vlaggen
De Nederlandse driekleur verdient altijd een ereplaats tijdens nationale Dodenherdenking. We herdenken immers alle Nederlandse slachtoffers van oorlogsgeweld. De ereplaats is altijd links, gezien met het gezicht ernaartoe of in het geval van een oneven aantal vlaggen in het midden (ten opzichte van een monument of andere vlag). Als de provincievlag en de gemeentevlag de Nederlandse vlag flankeren, wordt de provincievlag rechts en de gemeentevlag links van de Nederlandse vlag geplaatst. De vlag van een andere herdachte natie, gaat voor een regionale of lokale vlag.