Het is 24 oktober 1985. Nederland stopt met de deelname aan de United Nations Interim Force in Lebanon (Unifil). De Dutch Infantry Company IV is de laatste eenheid die vanuit Zuid-Libanon een bijdrage leverde aan deze VN-vredesmacht. Die was bedoeld om vrede en veiligheid te bewaren in het door oorlog verscheurde gebied. Het bleek een lastige opdracht.
De omstandigheden voor de Nederlandse militairen waren destijds geregeld zwaar. Na de terugtrekking van het Israëlische leger in het voorjaar van 1985 ontstond er een nieuwe machtsstrijd. Die speelde zich af tussen verschillende gewapende groeperingen, waaronder Hezbollah en Amal. Het geweld in het operatiegebied nam sterk toe.
Inzet voor vrede
De blauwhelmen werden regelmatig geconfronteerd met beschietingen, raketaanvallen en gevaarlijke situaties bij controleposten. Met enige regelmaat kwamen de Nederlandse militairen zelf onder vuur te liggen. Ook waren zij getuige van ernstige schendingen van mensenrechten. Ondanks hun inzet voor vrede, bleek het in deze situatie vrijwel onmogelijk om het VN-mandaat voor vredeshandhaving uit te voeren.
9.000 militairen
De Nederlandse regering besloot daarom in september 1985 de deelname aan Unifil te beëindigen. Daarmee kwam er een einde aan 6 jaar Nederlandse betrokkenheid bij de VN-vredesmissie.
In die jaren namen hier ongeveer 9.000 Nederlandse militairen aan deel.
Maten van toen
Dutch Infantry Company IV nam van 17 april tot 24 oktober 1985 deel aan Unifil. Inmiddels 40 jaar later komen de voormalig militairen morgen in Harskamp bijeen voor een reünie. Dan gaat het uiteraard om het weerzien van maten van toen, maar ook wordt teruggeblikt op de bijzondere en vaak indrukwekkende ervaringen.
Bron: defensie.nl

