Het zijn de werkpaarden van Defensie. Al sinds de jaren ’80 vormen de 4- en 10-tonner-vrachtwagens de logistieke ruggengraat van de krijgsmacht. Maar na jaren trouwe dienst is het tijd voor deze iconen ‘om het stokje over te dragen’ aan eigentijdse krachten. Truck- en bussenfabrikant Scania gaat ze vervangen.
Op dit moment wordt de assemblagelijn van de fabriek in Zwolle aangepast voor de productie. In 2018 krijgt Defensie de eerste nieuwe vrachtwagens. Naar verwachting stromen de laatste exemplaren in 2022 in bij de eenheden.
Het grootste voordeel van de nieuwe trucks ten opzichte van hun voorgangers is een speciaal frame. Hierop wordt naar keuze een laadbak, personeelsmodule of container geplaatst. Bij de containers gaat het om een commandovoerings-, communicatie-, werkplaats- of goederenvariant.
Schone motor
Er komen in totaal 19 varianten van de truck. Ze zijn te voorzien van een kraan en een op afstand bedienbaar wapensysteem. Ook kan in korte tijd de gewone cabine in z’n geheel worden vervangen door een gepantserd exemplaar. De dieselmotor voldoet aan de laatste uitstooteisen. De krachtbron rijdt indien nodig ook op vliegtuigbrandstof of diesel van mindere kwaliteit. Betere is in verre missiegebieden vaak niet voorhanden.
Levensduur
De levensduur van de nieuwe voertuigen is 10 jaar en kan verlengd worden tot 20 jaar. De verantwoordelijk voor de technische inzetbaarheid ligt bij de fabrikant. Om de militaire monteurs sleutelvaardig te houden op deze voertuigen wordt een deel van het onderhoud uitgevoerd op 6 militaire werkplaatsen.
Bron: Defensie
Goed voor elkaar iedereen weet het al behalve het personeel die moet het via de media horen ten voeten uit defensie wat en slechte zaak is dat ook jammer dat er oud militairen zijn die nu wel wat durven zeggen en jammer dat de mensen die er nu zitten hun mond niet durven open te doen bang voor hun baantje er kan bij defensie nog genoeg bezuinigd worden maar als je daar iets over zegt met mijn schaaltje 6 kijken ze je niet eens aan kan er nog veel meer over zeggen maar het helpt geen eene moer en daar wordt het personeel moe van