Staatssecretaris Christophe van der Maat heeft de Tweede Kamer vandaag een update gegeven over de status van het munitiedomein en het proces van demilitarisatie. Dit laatste gaat over het afvoeren en vernietigen van munitie waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken.
Defensie zou de Kamer hierover vóór 20 oktober informeren. Aanleiding hiervoor was het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Het document betrof het aanvullend onderzoek naar het noodlottige mortierongeval in Mali in 2016. Op 20 oktober staat het commissiedebat veiligheid en integriteit op de agenda.
Van der Maat: “Sinds het mortierongeval in Mali en naar aanleiding van zowel interne als externe onderzoeken heeft Defensie verbeteringen doorgevoerd op het gebied van munitieveiligheid. Defensie investeert doorlopend in munitieveiligheid en continueert haar inspanningen om deze te vergroten.”
Een van de inmiddels verbeterde zaken is dat er meer personeel wordt opgeleid dat binnen de munitieketen aan de slag gaat. Hier waren flinke tekorten. Verder is regelgeving en documentatie rond munitie aangescherpt. Hieronder valt bijvoorbeeld de regelgeving voor het type-classificeren van munitie. Ook de veiligheid rond gebouwen voor munitieopslag wordt verbeterd.
Demilitarisatie
Munitie heeft een houdbaarheidstermijn omdat de kwaliteit na verloop van tijd afneemt. Na het overschrijden van deze termijn, of als munitie op een andere manier onbruikbaar is geworden, moet deze worden afgevoerd en vernietigd. Dit om te voorkomen dat zich gevaarlijke situaties voordoen. Dit proces van demilitariseren is volop gaande.
Het doel is om elk jaar tussen de 700 en 1.000 ton munitie af te voeren. Dit is de maximaal haalbare hoeveelheid met het beschikbare personeel en de bijbehorende bedrijfsmiddelen. Die doelstelling wordt doorgaans gehaald, al werd er vorig jaar minder afgevoerd vanwege coronamaatregelen. Er was toen minder personeel in te zetten.
Om het proces te vereenvoudigen, wil Defensie een overeenkomst aangaan met dienstverleners in de munitie-verwerkende industrie. Deze bevindt zich buiten Nederland. De verwachting is dat binnen 7 jaar niet alleen de oude voorraad vernietigd is, maar ook de munitie die de komende 7 jaar nog moet worden verwerkt. Zo komt een deel van de bestaande opslagcapaciteit voor munitievoorraden vrij.
60 mm HE 80 granaten
De munitie waarmee het noodlottige ongeval in Mali plaatsvond, is geblokkeerd voor gebruik. Het gaat om circa 11.000 granaten van het type 60 mm HE 80. Deze liggen veilig opgeslagen in munitiebunkers, maar dienen te worden vernietigd. Vanwege een te groot risico voor het hiervoor verantwoordelijke personeel is hier nog niet mee begonnen.
Samen met TNO onderzoekt Defensie de opties voor de demilitarisatie van deze granaten. Deze opties worden vervolgens door deskundigen getoetst aan de criteria veiligheid, tijd, capaciteit en omgevingsbelasting. De opties worden vooraf voorgelegd aan de Nederlandse Arbeidsinspectie en Inspectie Leefomgeving & Transport. Naar verwachting is voor eind dit jaar een keuze gemaakt die verder wordt uitgewerkt. De Kamer wordt hierover nader geïnformeerd.
Bron: defensie.nl