Militairen van de landmacht verzamelen momenteel allerlei militair reservematerieel. Ze zetten het klaar voor de Nederlandse bijdragen aan de NATO Response Force (NRF). Dit materieel is nodig om eenheden operationeel inzetbaar te houden tijdens inzet.
Vanwege de ontwikkelingen in Oekraïne is de NATO Response Force vorige week in hogere staat van paraatheid gebracht.
“Naar aanleiding van die oproep zetten wij voor de benodigde logistieke ondersteuning alvast klaar voor mogelijke inzet”, legt het hoofd Groupagepunt Land uit.
Tientallen containers
Het gaat om 50 tot 70 containers met allerlei reserveonderdelen voor verschillende wapensystemen, vertelt brigadegeneraal Ronald Rietbergen van de landmacht. “Het zijn zeker 8.600 artikelsoorten. Van metaaldraden, voertuigbanden, tot een onderdeel voor een CV90-infanterievoertuig of een Scania: alles wordt hier verzameld, verpakt, gepickt, geadministreerd en zo gereed gemaakt om te vervoeren en voor eventuele operationele inzet. Mocht het nodig zijn en de landmachtbijdrage aan de NAVO wordt geactiveerd, dan staat hier logistiek alles gereed. Dat doen we hier voor onze landmachteenheden.”
Keihard
Een omvangrijk proces dat “continu doorgaat”, aldus de generaal. “Vorige week hebben we militaire goederen verpakt om naar Oekraïne te versturen. Ik merk bij de mensen vooral veel betrokkenheid, iedereen zet zich keihard in om deze klus te klaren.”
NATO Response Force
De NATO Response Force (NRF) is de snelle reactiemacht van de NAVO en bestaat uit een zeer snel inzetbaar deel, de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF, ook wel flitsmacht genoemd), en de opvolgende elementen zoals de Initial Follow-on Forces Group (IFFG). De IFFG bestaat uit eenheden die de VJTF kunnen versterken. Voor de landcomponent heeft Defensie militaire landmachteenheden van onder meer 13 Lichte Brigade aangeboden aan de NAVO.
Nederland zet de schepen, landmachteenheden en vliegtuigen in voor de NRF als de NAVO daarom vraagt. Dit gebeurt pas als de Noord Atlantische Raad (NAR) van de NAVO, met instemming van de lidstaten (inclusief Nederland dus) hiertoe beslist. Dit is nog niet gebeurd. De paraatheid is wel verhoogd, de reactietijd verlaagd.