“De Nederlandse regering en de militaire leiding tolereerden doelbewust het stelselmatig en wijdverbreid gebruik van extreem geweld door Nederlandse militairen in de oorlog tegen de Republiek Indonesië.” Dat is de belangrijkste conclusie van het vandaag gepresenteerde onderzoek naar het geweld tijdens de dekolonisatie van Indonesië (1945-1949). Dit is uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
In 2016 besloot het kabinet dit onderzoek te financieren. Aanleiding hiervoor was de publicatie dat jaar van een studie naar het gebruik van extreem geweld door Nederlandse militairen destijds in Indonesië.
In het vandaag in Amsterdam gepresenteerde onderzoek wordt gesteld dat het extreme geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht wijdverbreid was en vaak bewust werd ingezet. Dit werd op alle niveaus – politiek, militair en justitieel – getolereerd. De reden die het onderzoek daarvoor aangeeft was dat Nederland de door Indonesiërs uitgeroepen republiek per se wilde verslaan en bereid was vrijwel alles aan dit doel ondergeschikt te maken.
De onderzoekers stellen verder vast dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant – politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen – wel degelijk kennis had (of kon hebben gehad) van het stelselmatig gebruik van extreem geweld. Volgens de onderzoekers was men echter bereid dit te tolereren, te rechtvaardigen, te verhullen en onbestraft te laten. Politici in Nederland gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor.
De onderzoekers concluderen dat “de Nederlandse krijgsmacht als instituut medeverantwoordelijk was voor het toegepaste geweld. Zij opereerde echter in nauwe samenspraak met en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering.”
Minister-President Mark Rutte gaf in een eerste reactie aan dat het kabinet de conclusies onderschrijft. Hij noemt ze “hard, maar onontkoombaar.” Hij zei verder dat “de verantwoordelijkheid voor het extreme geweld niet ligt bij de individuele dienstplichtige of andere militairen van toen, die slecht voorbereid op een onmogelijke missie werden gestuurd, die zo goed en zo kwaad als dat ging hun plicht deden, en die na terugkeer te maken kregen met een gebrek aan zorg en erkenning.” Rutte wees vooral naar de gezagdragers van toen: de Nederlandse regering, het parlement, de krijgsmacht als instituut en de justitiële autoriteiten.
Excuses
De MP onderstreepte de excuses die de Koning in 2020 aan het Indonesische volk maakte voor de geweldontsporingen van Nederlandse kant in de jaren 1945-1949. Hij voegde hieraan toe dat excuses ook op zijn plaats zijn “aan iedereen in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven, vaak tot de dag van vandaag.”
Daarbij werden ook de veteranen genoemd. Hij gaf verder aan dat hij hoopte dat het onderzoek niet het eindpunt is van de discussie over ons koloniale verleden, “maar een volgende stap is in de gezamenlijke verwerking.” Het kabinet zal morgen met een schriftelijke reactie op het onderzoek komen.
Het onderzoek zal in totaal 12 boeken opleveren, waaronder het samenvattende werk Over de grens: Nederlands extreem geweld in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, 1945-1949. Vanaf begin maart is het onderzoek gratis te raadplegen via internet.